Nieuw Jaar

Het zou een heuglijk feit worden, zo had ik besloten. Eenzaam? Misschien, Feestelijk zeker. Weken geleden al was ik met de voorbereiding begonnen. Zij die het wisten verklaarden me voor gek. Meelijwekkend werd ik door hen bekeken, hoofdschudden viel mij ten deel, maar ik kon er niets aan doen. Het was voor mij besloten. Zo voelde het in ieder geval.
Dat moment, het uur U, om het zo maar eens te noemen, staat me nog helder voor de geest, mijn schuld was het niet dat het viel, toen. Het raakte gewoon los. Los? Zul je denken, ja, gewoon los. Geheel onverwacht, het was immers nog bijna nieuw. Logisch ook dan, dat ik vind dat het voor mij besloten is. Noem het lotsbeschikking, of toe-val, in de zin van het valt je toe, maar nadat het gebeurd was, kon ik niet anders dan er aan toegeven, me er in schikken.
Ik had al drie weken een kerstboom staan. Zoiets doe je dan. De kwekerij die me de boom leverde, wilde er eerst niet aan, maar een MasterCard doet zoals altijd wonderen. Slingers en ballen had ik nog van vorig jaar. Van engelenhaar hou ik niet, dus dat zul je bij mij niet in de boom zien hangen, maar spuitsneeuw des te meer. Gelukkig had ik nog een busje over van vorig jaar, want niet alles is altijd te koop. De oliebollen, die ik speciaal voor deze gelegenheid had laten bakken, hadden nog de minste moeilijkheden gegeven. Lekker vet, geen krenten maar rozijnen en héél véél suiker. Zo heb ik ze het liefst. Even denken, kerstboom, slingers, ballen, spuitsneeuw, oliebollen, ook een paar appelflappen natuurlijk en vuurwerk. Tsja, vuurwerk. De neef van mijn schoonzus werkt in zijn vrije tijd bij een wereldwinkel, daar kom ik wel eens vanwege de superieure chocolade, vandaar dat ik hem ken, die heeft een kennis en die werkt in de vuurwerkgroothandel waar ik toevallig een keer langsreed omdat de gebruikelijke weg naar mijn werk afgesloten was vanwege wegwerkzaamheden en omdat ze in de wereldwinkel Chinese kaarsen verkopen en ik net die week van de wegwerkzaamheden het met hem over de vuurwerkfabriek kreeg, vanwege de drie Chinese kaarsen die ik die dag van hem kocht, vormde ook het vuurwerk geen probleem meer. Voor vijfentwintig gulden had ik een meterpakket gekocht, daar betaalde je in de winkel gemakkelijk het dubbele voor, dus ’t was nog goedkoper ook.
Al met al: ik ben voorbereid. Het mag jullie dan ietwat ongebruikelijk overkomen, voor mij is het ook nog maar de eerste keer. Alhoewel, eigenlijk leid ik al bijna 1 jaar nu een soort van dubbelleven. Je hoort het zo vaak: “Heb je even tijd?” Net alsof je het weggeven kunt. “Nee, ik heb het druk”. Ook al doe je nog zo je best, als druk de eenheid van tijd is, dan nog kun je het alleen maar kwijtraken. Ongrijpbaar, onmiskenbaar herkenbaar, door de mens niet te bedwingen, altijd maar door. We krijgen ergens tijd voor, maar we zullen het nooit bezitten.
De eerste tijdreiziger, dat ben ik. Millennium problemen heb ik niet, en zal ik de eerst eeuw niet krijgen ook. Bovendien went het snel, al dat switchen. Ik raad het alle Millenniumprobleemoplossers aan, doe net als ik, laat het met al die gevoelige machines ook maar gebeuren, het zou een hoop geld schelen. Jammer genoeg is alleen creativiteit maar afdwingbaar en toeval niet. Ook een samenloop van omstandigheden heeft zijn bron, moet je maar denken.
Een modern stukje techniek, digitaal in voorkomen en verschijnen, zomaar door wat voor oorzaak dan ook, op 27 juli 1997, des middags om 14.02 uur en 22 seconden losgeraakt van mijn pols, 1 meter hoogte energie, op de grond afgestoven, niet gebroken maar omgezet in tijd. Niet meer tijd, niet minder tijd, maar geen tijd. Geïrriteerd door deze verstoring van mijn regelmaat raapte ik het op, tot mijn verbazing was het heel gebleven. In een oogopslag, gevat in prachtig uniform titanium: eeuw, jaar, maand, dag, uur, minuut en seconde.
Nog ongeveer 1 minuut dan is het 1 jaar NT. 1 januari van het jaar 1 Nieuwe Tijd. Mijn tijd.