Ontdaan

Het was relatief druk bij haar in de huiskamer, mensen, vreemde mensen ook, liepen stilletjes rond of stonden in groepjes bij elkaar zachtjes te praten. Zittend in haar favoriete stoel zat ze te kijken naar de weerkaatsing van het zonlicht op haar altijd zo goed gepoetste zilveren lepeltje. Van de drukte om haar heen leek ze niet veel te merken. Ze had vanmorgen gewoon koffie gezet, net zoals ze iedere andere ochtend deed, hij werd immers altijd later wakker dan haar en omdat ze al jaren aparte slaapkamers hadden…
Bijna 40 jaar had het geduurd. 40 Jaar van bloed, zweet en tranen, maar ook van liefde. Half gek werd ze soms van hem. Ze kon niet slapen als hij naast haar lag, zijn best doend een compleet bos zo klein te krijgen dat het zo de open haard in kon. Oordopjes brachten geen uitkomst. Pas na anderhalf jaar aandringen, zeuren en smeken, dreigen deed ze niet meer, het enige dat dat opleverde waren blauwe plekken, liet hij zich overhalen om een aparte slaapkamer voor haar in te richten. Maar toen het snurken stopte, begonnen de plagerijen. Variërend van onschuldige steekjes onder water tot het in het openbaar vernederen. Maar, ze droeg ze kranig, ze had nou eenmaal niet voor niets trouw beloofd. Niemand had het in de gaten trouwens, ze bleef gewoon een hand boven zijn hoofd houden, door lief te blijven lachen en door te zeggen “Ach, hij meent het niet zo hoor”. Bovendien kon hij heel charmant zijn, vooral tegen anderen.
Met de komst van de televisie en de introductie van series als Dallas, Dynasty en MASH leek hun huiselijk leven zich te veraangenamen, totdat ze besefte dat ze alleen daar maar naar keken waar hij naar wilde kijken. Een keer was ze er over begonnen, en had ze het aangedurfd om het woord scheiding in haar mond te nemen. Twee weken lang was ze toen “ziek” geweest en kwam hij haar eten brengen, deed hij de was en was hij lief voor haar, zo lief.
Zo heel hard sloeg hij niet, ze had er nog nooit voor naar het ziekenhuis gemoeten. Bovendien sloeg hij haar voor haar eigen bestwil, het waren slechts corrigerende tikken die haar karakter zouden vormen. Toen ze pas getrouwd waren weet ze het aan zijn leeftijd, later aan zijn opvliegende karakter, nog weer later aan haarzelf. Spijt toonde hij niet, het waren immers haar domme fouten die hem ertoe dwongen. Hij kon niet anders.
Toch had ze een manier gevonden om er mee om te gaan. Ze was gaan lezen. In het begin waren het met name de plattelandsromannetjes die haar konden boeien. Later waren daar ook de Agatha Christie’s, Raymond Chandler’s en Maarten ‘t Hart ’s bijgekomen. Zolang ze maar alert genoeg bleef, wat nog wel eens mis ging omdat ze zich nou eenmaal helemaal kon verliezen in een boek, bleef ze in staat zijn uitbarstingen in te dammen.
Het was op een gure, heerlijk-leesweer-maandagavond en ze voor de zevende keer binnen een uur haar boek weg moest leggen om een van zijn wensen te gaan vervullen, toen er een gedachte bij haar opkwam. Een nauwelijks uitvoerbare, doch heerlijk aanlokkelijke gedachte, een gedachte die haar deed huiveren en tegelijkertijd verwarmde gelijk een hartstocht die ze in jaren niet meer gevoeld had. Vanaf dat moment droeg ze haar last met plezier en als ze naar hem keek dan wist ze dat ze van hem hield. Geen simpel slechts aardig vinden, maar een houden van, zo sterk: “totdat de dood ons scheidt”.
Behalve in letters begon ze nu ook geïnteresseerd te raken in cijfers. Milligrammen, microgrammen, rekenen in weken, denken aan morgen. Ook het fabriceren van het loodchloride was niet moeilijk geweest. Lood lag gewoon bij hen op het dak en zout en azijn heeft iedere zichzelf respecterende huisvrouw voorhanden. Gelukkig dronk zij elke avond thee, hij wilde iedere avond koffie in zijn favoriete mok.
Toen ze die ochtend dan ook ging kijken waar hij bleef, was ze niet verbaasd geweest toen ze hem levenloos in zijn bed aan had getroffen, hooguit lichtelijk ontdaan.